Peper

Peper: de onbetwiste koning van de specerijen.

Deze veelzijdige smaakmaker groeit als bessen aan een plant en dankt zijn karakteristieke pittige smaak aan het stofje piperine. Tijdens het rijpen veranderen de peperbollen van kleur. Dat geeft peper die karakteristieke kleuren: wit, zwart, groen en rood.

Peper in verschillende kleuren en smaken

Groene peper: Deze bollen zijn de onrijpe peperbessen. Ze smaken mild en fris, met een lichte scherpte. Ze worden vaak gebruikt in marinades en sauzen. Ze passen goed bij lichte gerechten zoals kip en vis, of geven wat extra scherpte aan romige sauzen of curry's. 

Zwarte peper: Onrijpe bollen die in de zon zijn gedroogd, waardoor ze donker en gerimpeld worden. Zwarte peper smaakt pittig, krachtig en aromatisch. Het is de meest veelzijdige peper en wordt vaak gebruikt in soepen, sauzen, stoofschotels en roerbakgerechten. 

Rode peper: Deze peperbollen rijpen volledig aan de plant tot ze rood zijn geworden. Daarna drogen ze in de schaduw om hun kleur te behouden. Ze hebben een intense, licht zoete en pittige smaak. Rode peper wordt vaak gebruikt om kleur te geven aan een gerecht. Het past goed bij visgerechten, salades of zelfs desserts. Het is prima decoratie en heeft een milde pittigheid. 

Witte peper: Dit zijn volledig gerijpte peperbessen waarvan de buitenste laag is weggespoeld, waardoor de witte kleur tevoorschijn komt. Witte peper heeft een subtiele en iets minder complexe smaak dan zwarte peper, met een aardse ondertoon. Het wordt vaak gebruikt in gerechten waar de donkere kleur van zwarte peper niet gewenst is. In puree en crèmesoepen of in de traditionele Franse keuken. 

Hoe kook je met peper? 

• Vers maken geeft je de beste smaak
• Voeg de peper pas op het einde van de kooktijd toe. Anders verdwijnt de pittige smaak. 
• Combineer verschillende smaken. Elke pepersoort voegt iets extra toe, combineer ze om goed te kruiden.